“De enige bevolkingsgroep die op Curaçao vecht om te integreren is de Curaçaoënaar zelf. De andere groepen integreren niet. Zij interesseren zich niet eens voor het Papiaments. Het is triest”, stelt politieke leider Helmin Wiels van Pueblo Soberano (PS).
Volgens hem is het gebrek aan integratie-zin bij immigranten historisch te verklaren: Europese Nederlanders, Sefardische en Asjkenazische joden en later – met de komst van de Shell – ook Portugezen, Surinamers en mensen van de Engelstalige, Caribische eilanden vermengden zich niet met de aanwezige Curaçaose bevolking.
“De Shell had een actief beleid voor het gescheiden houden van zijn werknemers. Geheel volgens de Nederlandse aard om overal nederzettingen te plaatsen, bouwde men hier kampen. Er was een kamp voor Portugezen, één voor Surinamers, één voor de Engelstaligen uit de regio en verscheidene voor de goedbetaalde Europees-Nederlandse employees. Integratie werd niet bevorderd”, zegt Wiels. Wat volgens hem ook niet hielp, was het ongecontroleerd toelaten van tienduizenden buitenlanders.
Integratietoets
“Wanneer buitenlanders illegaal op het eiland verbleven, werden bestaande wetten daartegen niet gehandhaafd maar kwam de overheid met gratieperioden, onlangs nog met Brook Towers. Dit moedigt mensen aan om hun geluk op Curaçao te komen beproeven. Men stuurt geld naar het vaderland zodat daar woningbouw en andere zaken kunnen worden betaald. Zo’n buitenlander heeft geen zin in integratie, want het doel is niet om voor altijd op Curaçao te blijven. Deze mensen hebben er daarom geen moeite mee om het milieu of de wijk te vervuilen – ze zullen er toch niet blijven wonen en wat wij als vuil ervaren, is voor velen niets vergeleken met wat zij in hun land van herkomst kennen”. Volgens de PS-leider moet Curaçao in plaats van een naturalisatietoets, een integratietoets hanteren.
“Hoe is het mogelijk dat iemand verblijfspapieren krijgt zonder Papiaments te kunnen spreken? Zonder respect te hebben voor onze gewoonten op het gebied van feestdagen, muziek en andere cultuuruitingen? Laatst schrok ik van een vacaturevermelding in de krant – terwijl ik heus niet snel schrik: een Chinees etablissement wil een rekkenvuller die Chinees spreekt! Daarmee sluit je 99,9 procent van de lokale werkzoekenden uit, onder wie veel Yu’ Kòrsou. Dit is het toppunt!”, aldus Wiels.
Curaçaoënaar
Met de 80/20-wet wil de partijleider bereiken dat minstens 80 procent van alle werknemers in een bedrijf Curaçaoënaar is. "Ik sta verbaasd van alle ophef rond dit wetsvoorstel. Zo zou men niet weten wie Curaçaoënaar is. Het is voor iedereen duidelijk wie Venezolaan, Cubaan, Jamaicaan, Sintmaartenaar, Boneriaan of Arubaan is. Maar ‘Curaçaoënaar’ is een onduidelijk begrip?
Wiels vervolgt: "voor ons is een Curaçaoënaar iedereen die hier is geboren, eventueel naar het buitenland is gegaan en daarna teruggekeerd, alsook immigranten die onze taal spreken en bovendien onze geschiedenis, cultuur, en onze normen en waarden respecteren. Integratie begint met respect: een immigrant die hier vrijwillig is komen wonen en werken treft een gastvrije bevolking met zijn eigen gewoontes aan. Als je die niet kunt respecteren, dan ben je vrij om te vertrekken.”
De naleving van deze 80-procentswet en van andere bestaande wetten op het gebied van uitzetting en toelating moet, volgens de voorman van de PS, door de bestaande instanties worden bewaakt. "Zo’n wet is maar één aspect van een proces waarin alle bevolkingsgroepen zullen worden voorgelicht over zowel de geschreven als de ongeschreven regels die lokaal gelden. Iedereen moet beseffen dat werkelijke integratie noodzakelijk is”, aldus Wiels.